amikacine 250 mg/ml injectie

amikacine sulfaat injectie kan intramusculair of intraveneus worden toegediend.Amikacine mag niet fysiek worden voorgemengd met andere geneesmiddelen, maar moet afzonderlijk worden toegediend volgens de aanbevolen dosis en route.Het lichaamsgewicht van de patiënt vóór de behandeling dient te worden bepaald voor de berekening van de juiste dosering.De status van de nierfunctie moet worden bepaald door meting van de serumcreatinineconcentratie of berekening van de endogene creatinineklaring. De bloedureumstikstof (BUN) is veel minder betrouwbaar voor dit doel. Tijdens de behandeling dient de nierfunctie periodiek opnieuw te worden beoordeeld.Waar mogelijk moeten amikacine concentraties in serum worden gemeten om voldoende, maar niet overmatige niveaus te verzekeren. Het is wenselijk zowel de piek-als dalconcentraties in serum tijdens de behandeling met tussenpozen te meten. Piekconcentraties (30-90 minuten na injectie) boven 35 mcg/ml en dalconcentraties (vlak voor de volgende dosis) boven 10 mcg/ml dienen te worden vermeden. De dosering dient te worden aangepast zoals aangegeven. Bij patiënten met een normale nierfunctie kan eenmaaldaagse dosering worden gebruikt; piekconcentraties kunnen in deze gevallen hoger zijn dan 35 mcg/ml.Voor de meeste infecties wordt de intramusculaire route de voorkeur gegeven, maar bij levensbedreigende infecties of bij patiënten bij wie intramusculaire injectie niet mogelijk is, kan de intraveneuze route, ofwel langzame bolus (2 tot 3 minuten) of infusie (0,25% over 30 minuten) worden gebruikt.

intramusculaire en intraveneuze toediening

bij de aanbevolen dosering moeten ongecompliceerde infecties veroorzaakt door gevoelige organismen binnen 24 tot 48 uur op de behandeling reageren.Indien binnen drie tot vijf dagen geen klinische respons optreedt, dient een alternatieve therapie te worden overwogen.Indien nodig zijn geschikte verdunningsmiddelen voor Intraveneus gebruik: normale zoutoplossing, 5% dextrose in water. Zodra het product is verdund, moet de oplossing zo snel mogelijk worden gebruikt en niet worden bewaard.

volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar

de aanbevolen intramusculaire of intraveneuze dosering voor volwassenen en adolescenten met een normale nierfunctie (creatinineklaring ≥50 ml/min) is 15 mg/kg/dag, die kan worden toegediend als een enkele dagelijkse dosis of verdeeld in 2 gelijke doses d.w.z. 7.5 mg / kg elke 12 uur. de totale dagelijkse dosis mag niet hoger zijn dan 1,5 g. bij endocarditis en bij febriele neutropenische patiënten dient de dosering tweemaal daags te zijn, omdat er niet genoeg gegevens zijn om de dosering eenmaal daags te ondersteunen.

kinderen van 4 weken tot 12 jaar

de aanbevolen intramusculaire of intraveneuze (langzame intraveneuze infusie) dosis bij kinderen met een normale nierfunctie is 15-20 mg/kg/dag, die kan worden toegediend als 15-20 mg/kg, eenmaal daags; of als 7,5 mg/kg elke 12 uur. bij endocarditis en bij febriele neutropene patiënten dient de dosering tweemaal daags te zijn, omdat er niet genoeg gegevens zijn om de dosering eenmaal daags te ondersteunen.

pasgeborenen

een initiële oplaaddosis van 10 mg / kg gevolgd door 7,5 mg / kg elke 12 uur (zie rubrieken 4.4 en 5.2).

prematuren

de aanbevolen dosis bij prematuren is 7,5 mg / kg in elke 12 uur (zie rubrieken 4.4 en 5.2). De gebruikelijke behandelingsduur is 7 tot 10 dagen. De totale dagelijkse dosis bij alle toedieningswegen mag niet hoger zijn dan 15-20 mg/kg / dag. Bij moeilijke en gecompliceerde infecties waarbij een behandeling langer dan 10 dagen wordt overwogen, dient het gebruik van Amikacin sulfaat injectie opnieuw te worden geëvalueerd en, indien voortgezet, dient de nier -, gehoor-en vestibulaire functie te worden gecontroleerd, evenals de serumamikacine spiegels.Indien binnen 3 tot 5 dagen geen definitieve klinische respons optreedt, dient de behandeling te worden gestopt en dient het antibioticagevoeligheidspatroon van het binnenvallende organisme opnieuw te worden gecontroleerd. Falen van de infectie te reageren kan te wijten zijn aan weerstand van het organisme of aan de aanwezigheid van septische foci die chirurgische drainage.

intraveneuze toediening

de oplossing wordt toegediend aan volwassenen gedurende een periode van 30 tot 60 minuten.

specifieke aanbeveling voor intraveneuze toediening

bij pediatrische patiënten de hoeveelheid gebruikte verdunningsmiddelen zal afhangen van de hoeveelheid amikacine die door de patiënt wordt verdragen. De oplossing dient normaal gesproken over een periode van 30 tot 60 minuten te worden geïnfundeerd. Zuigelingen moeten een infusie van 1 tot 2 uur krijgen. Ouderen

amikacine wordt via de nieren uitgescheiden, de nierfunctie moet waar mogelijk worden beoordeeld en de dosering moet worden aangepast zoals beschreven onder verminderde nierfunctie. Levensbedreigende infecties en/of infecties veroorzaakt door pseudomonas

de dosis voor volwassenen kan worden verhoogd tot 500 mg om de acht uur, maar mag nooit hoger zijn dan 1,5 g/dag en mag niet langer dan 10 dagen worden toegediend. Een maximale totale dosis voor volwassenen van 15 g mag niet worden overschreden.

urineweginfecties: (anders dan pseudomonas-infecties)

7,5 mg/kg/dag in twee gelijk verdeelde doses (overeenkomend met 250 mg tweemaal daags bij volwassenen). Aangezien de activiteit van amikacine wordt versterkt door het verhogen van de pH, kan een urinair alkaliniserend middel gelijktijdig worden toegediend.

verminderde nierfunctie

bij patiënten met een verminderde nierfunctie weerspiegeld door een creatinineklaring van minder dan 50 mL/min, is toediening van de aanbevolen totale dagelijkse dosis amikacine in enkelvoudige dagelijkse doses niet wenselijk omdat deze patiënten langdurige blootstelling aan hoge dalconcentraties zullen hebben. Zie hieronder voor dosisaanpassingen bij patiënten met een verminderde nierfunctie.Voor patiënten met een verminderde nierfunctie die, waar mogelijk, de gebruikelijke tweemaal-of driemaal daagse dosering krijgen, dienen de serumamikacine concentraties te worden gecontroleerd door middel van geschikte assay procedures. De Doses dienen bij patiënten met een verminderde nierfunctie te worden aangepast door normale doses met verlengde tussenpozen toe te dienen of door verlaagde doses met vaste tussenpozen toe te dienen.Beide methoden zijn gebaseerd op de creatinineklaring of serumcreatininewaarden van de patiënt, aangezien is gebleken dat deze correleren met aminoglycoside halfwaardetijden bij patiënten met verminderde nierfunctie. Deze doseringsschema ‘ s moeten worden gebruikt in combinatie met zorgvuldige klinische en laboratoriumobservaties van de patiënt en moeten zo nodig worden aangepast, inclusief aanpassing tijdens de dialyse. Normale dosis met verlengde intervallen tussen de dosering: als de creatinineklaring niet beschikbaar is en de toestand van de patiënt stabiel is, kan een doseringsinterval in uren voor de normale enkelvoudige dosis (dat wil zeggen, die zou worden gegeven aan patiënten met een normale nierfunctie op een tweemaal daags schema, 7,5 mg/kg) worden berekend door het serumcreatinine van de patiënt met negen te vermenigvuldigen; bijvoorbeeld, als de serumcreatinineconcentratie 2 mg/100 ml is, moet de aanbevolen enkelvoudige dosis (7,5 mg/kg) Elke 18 uur worden toegediend.

Serum Creatinine-Concentratie (mg/100 ml) Interval tussen Amikacin doses van 7,5 mg/kg IM (uur)
1.5 13.5
2.0 18.0
2.5 22.5
3.0 27.0
3.5 X9= 31.5
4.0 36.0
4.5 40.5
5.0 45.0
5.5 49.5
6.0 54.0

aangezien de nierfunctie merkbaar kan veranderen tijdens de behandeling, dient het serumcreatinine frequent gecontroleerd te worden en dient het doseringsschema zo nodig aangepast te worden. Verminderde dosis met vaste tijdsintervallen tussen de dosering: wanneer de nierfunctie is verminderd en het wenselijk is om Amikacin sulfaat injectie toe te dienen met een vaste tijdsinterval, moet de dosis worden verlaagd. Bij deze patiënten dienen serumamikacine concentraties gemeten te worden om een nauwkeurige toediening te verzekeren en om excessieve serumconcentraties te vermijden. Als de serumtestbepalingen niet beschikbaar zijn en de toestand van de patiënt stabiel is, zijn serumcreatinine-en creatinineklaring de meest direct beschikbare indicatoren voor de mate van nierinsufficiëntie die als leidraad voor de dosering moeten worden gebruikt.Start eerst de behandeling door toediening van een normale dosis, 7,5 mg/kg, als oplaaddosis. Deze dosis is dezelfde als de normaal aanbevolen dosis die zou worden berekend voor een patiënt met een normale nierfunctie, zoals hierboven beschreven.Voor het bepalen van de omvang van het onderhoud doses worden toegediend om de 12 uur, de laden van de dosis moet worden verminderd in verhouding tot de vermindering van de patiënt creatinine klaring:(CrCl = creatinine klaring) Een alternatieve indicatie voor het bepalen van de lagere dosering op 12 uur (voor patiënten bij wie de steady-state serum creatinine waarden bekend zijn) is het verdelen van de normaal aanbevolen dosis door de patiënt serum creatinine.De bovenstaande doseringsschema ‘ s zijn niet bedoeld als rigide aanbevelingen, maar worden verstrekt als richtlijnen voor dosering wanneer de meting van amikacine serum niveaus niet haalbaar is.

Intraperitoneaal gebruik

na onderzoek naar vastgestelde peritonitis, of na peritoneale contaminatie als gevolg van fecale lekkage tijdens chirurgie, kan amikacine als een irrigatiemiddel worden gebruikt na herstel van anesthesie in concentraties van 0,25% (2,5 mg/ml). Het intraperitoneaal gebruik van amikacine wordt niet aanbevolen bij jonge kinderen.

andere toedieningswegen

amikacine in concentraties 0,25% (2.5 mg / ml) kan op bevredigende wijze worden gebruikt als een irrigatieoplossing in abces holtes, de pleurale ruimte, het peritoneum en de cerebrale ventrikels.