California Fish Species
de driespin stickleback heeft een uniek kenmerk van het ontwikkelen van onderscheidende vormen op basis van geografie en fysieke omstandigheden. Binnen één stroom of drainage kunnen verschillende vormen bestaan. Meestal is de hoeveelheid pantser representatief voor de roofzuchtige dreiging, en stekelrug lichamen variëren van volledig plated tot ongearm. De stekelbaars kan een zoetwater-of anadrome levensgeschiedenis hebben, hoewel deze vis in staat is zijn hele levenscyclus in zoet of zout water af te ronden. Binnen een stroom geeft de driespin stekelrug de voorkeur aan ondiep langzaam water langs de rand met wisselende substraten. Ze geven de voorkeur aan gebieden met voldoende bedekking in de vorm van waterplanten of overhangende borstel om hen te beschermen tegen roofdieren zoals vogels en vissen. Daarnaast hebben stekelbaarzen helder water nodig voor nestbouw en voedsel foerageren. Deze vissen hebben koud water nodig om op lange termijn te kunnen overleven, tussen 23 en 24°C. Door een goede zoutwatertolerantie konden ze estuaria of zoutwatermilieus bewonen, soms tot 800 km voor de kust. Stekelbaarzen vormen meestal losse scholen of scholen, en individuen en groepen vormen specifieke voedingsgewoonten. Zoetwaterpopulaties voeden zich voornamelijk met organismen die op de bodem of onder watervegetatie leven, terwijl anadrome vormen zich meer voeden met vrijzwemmende organismen. De meeste stekelbaarzen voltooien hun levenscyclus in één jaar, hoewel het mogelijk is voor hen om 2 of 3 jaar te leven. Broeden vindt plaats in het late voorjaar tot de zomer in zoetwater. Anadrome vormen broeden meestal eerder in het seizoen na het verplaatsen naar een beek. De mannetjes graven en bereiden nesten, die door de vrouwtjes gevuld kunnen worden met 50-300 eieren. Elk vrouwtje legt eieren in verschillende nesten, die vervolgens door de mannetjes worden bedekt en bewaakt gedurende de broedperiode van 6-8 dagen. Predatie op eieren is niet ongewoon, en stekelbaarzen kunnen jagen op andere aangrenzende nesten. De jongen blijven enkele dagen in het nest en worden bij het uitkomen in een school bewaakt door het mannetje. Als de vis groeit en zich ontwikkelt, zullen ze uiteindelijk het mannetje verlaten om zich aan te sluiten bij een school met vissen van hun eigen grootte.