Countee Cullen-genomineerde
op de middelbare school won Countee Cullen een stadsbrede wedstrijd voor zijn gedicht ‘I Have a Rendezvous with Life.’Na zijn afstuderen aan Phi Beta Kappa van NYU, ging Cullen naar Harvard. Tegen de tijd dat hij zijn Master behaalde was hij de meest populaire zwarte dichter in Amerika geworden – het uitgeven van de poëzie collecties Color (1925), Copper Sun (1927), en de Ballad of the Brown Girl (1928). Al snel was hij de meest representatieve stem van de Harlem Renaissance en won hij meer literaire prijzen dan welke andere Afro-Amerikaanse auteur dan ook. In 1928 werd hij de tweede Afro-Amerikaan die een Guggenheim Fellowship won. In 1929 trouwde Cullen met het enige kind van W. E. B. Du Bois. Na haar scheiding van Cullen een jaar later, vertelde ze haar vader dat hij haar had geopenbaard dat hij seksueel aangetrokken tot mannen. In 1929 publiceerde hij The Black Christ and Other Poems, maar de recensies waren gemengd als recensies voor zijn roman One Way to Heaven (1934). Van de jaren 1930 tot zijn dood gaf hij les aan Frederick Douglass Junior High, waar een van zijn leerlingen James Baldwin was. Cullen ‘ s Medea (1935) was de eerste grote vertaling van een klassiek werk van een zwarte Amerikaanse auteur uit de 20e eeuw. In de jaren daarna schreef hij mee aan de controversiële musical ‘St.Louis Woman’ en aan twee jeugdboeken. Op deze I Stand – een verzameling van zijn gedichten die hij persoonlijk had geselecteerd-werd gepubliceerd in 1946 na Cullen ‘ s dood door hoge bloeddruk en uremische vergiftiging. Een tak van de New York Public Library en openbare scholen in New York en Chicago dragen zijn naam.