diagnose en behandeling van chronische actinische dermatitis
chronische actinische dermatitis, synoniem met de fotosensitiviteitsdermatitis en het actinische reticuloid syndroom, presenteert zich als een dermatitis en/of een pseudolymphomateuze eruptie. Abnormale lichtgevoeligheid voor ultraviolet (UV) en vaak zichtbare straling is een functie. Veel patiënten hebben ook veelvoudige contactallergenen. Histopathologische kenmerken variëren, met een spectrum van milde dermatitis tot pseudolymphomateuze (reticuloïde) kenmerken. De essentiële tests om de diagnose te stellen en advies over het vermijden van de verantwoordelijke golflengten en om het even welke contactallergenen te begeleiden zijn fototesting en flard het testen. De chronische actinische dermatitis kan als wanorde van verhoogde gevoeligheid, om redenen worden beschouwd die onzeker blijven, om vertraagde-type allergische reacties op zowel endogene photoallergens als exogene allergenen te ontwikkelen. De behandeling bestaat uit gedetailleerd advies over het vermijden van zonlicht en allergenen (geleid door de resultaten van onderzoeken), topische corticosteroïden en verzachtende middelen. Wanneer deze maatregelen alleen onvoldoende zijn, kunnen systemische immunosuppressiva worden overwogen: systemische prednisolon voor acute exacerbaties of azathioprine indien systemische behandeling langer dan enkele weken vereist is.