een niet aan zee grenzend land heeft geen kustlijn of heeft geen directe toegang tot een oceaan of zee. De wereld heeft in totaal 44 niet aan zee grenzende landen met als grootste Kazachstan. De 10 grootste door grootte zijn:
Kazachstan – 2,724,900 km2
Mongolië – 1,564,116 km2
Tsjaad – 1,284,000 km2
Niger – 1,267,000 km2
Mali – 1,240,192 km2
Ethiopië – 1,104,300 km2
Bolivia – 1,098,581 km2
Zambia – 752,618 km2
Afghanistan – 652,230 km2
Zuid-Soedan – 644,329 km2
Ingesloten landen hebben veel voordelen en zijn nadelen. Deze landen zijn relatief goed beschermd tegen ongunstige weersomstandigheden als gevolg van oceanen zoals tsunami ‘ s en orkanen en het vermogen om goederen te controleren die het land binnenkomen of verlaten via de grenzen. Niet aan zee grenzende landen zijn veilig voor invasies over zee. Echter, deze landen vooral de ontwikkelingslanden hebben uitdagingen in de invoer en uitvoer van goederen dwingen hen om te vertrouwen op hun aangesloten buren. Transportkosten en douanerechten worden duur voor de niet aan zee grenzende landen. Om toegang te krijgen tot de kustlijn zijn landen die niet aan Zee liggen, gedwongen vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met landen met kustlijnen, zelfs als ze het daar niet mee eens zijn.