Het doel van poëzie
als onze grote kunstenaars soms de meest kritische van onze samenleving zijn geweest, is het omdat hun gevoeligheid en hun zorg voor rechtvaardigheid, die elke ware kunstenaar moet motiveren, hen bewust maken dat ons land zijn hoogste potentieel niet haalt.Ik zie weinig van meer belang voor de toekomst van ons land en onze beschaving dan volledige erkenning van de plaats van de kunstenaar. Als kunst de wortels van onze cultuur wil voeden, moet de maatschappij de kunstenaar de vrijheid geven zijn visie te volgen waar die hem ook brengt …
in de vrije samenleving is kunst geen wapen en behoort zij niet tot de sfeer van polemieken en ideologie. Kunstenaars zijn geen ingenieurs van de ziel. Het kan elders anders zijn. Maar in een democratische samenleving is de hoogste plicht van de schrijver, de componist, de kunstenaar om trouw te blijven aan zichzelf en de fiches te laten vallen waar ze kunnen. In dienst van zijn visie op de waarheid, dient de kunstenaar het beste zijn natie …
ik kijk uit naar een grote toekomst voor Amerika—een toekomst waarin ons land zijn militaire kracht zal matchen met onze morele kracht, zijn rijkdom met onze wijsheid, zijn macht met ons doel. Ik kijk uit naar een Amerika dat niet bang zal zijn voor gratie en schoonheid, dat de schoonheid van onze natuurlijke omgeving zal beschermen, dat de grote oude Amerikaanse huizen en pleinen en parken van ons nationale verleden zal behouden, en dat mooie en evenwichtige steden zal bouwen voor onze toekomst.
ik kijk uit naar een Amerika dat prestaties in de kunsten zal belonen zoals wij prestaties in het bedrijfsleven of de staatsmanschap belonen.Ik kijk uit naar een Amerika dat het niveau van artistieke prestaties gestaag zal verhogen en dat de culturele mogelijkheden voor al onze burgers gestaag zal vergroten.
en ik kijk uit naar een Amerika dat over de hele wereld respect afdwingt, niet alleen voor zijn kracht, maar ook voor zijn beschaving.
en ik kijk uit naar een wereld die veilig zal zijn, niet alleen voor democratie en diversiteit, maar ook voor persoonlijk onderscheid.
deel 213, nummer 2, blz. 53-54