PET Viability Imaging
Positron emission tomography (PET) viability imaging wordt gebruikt om te bepalen hoeveel hartspier is beschadigd door een hartaanval of hartziekte. Deze test wordt gebruikt om te bepalen of een patiënt angiografie, cardiale bypass chirurgie, harttransplantatie of andere procedures nodig kan hebben.
Details
de levensvatbaarheidstest bestaat uit twee delen. Eerst wordt een scan gedaan om de rustende bloedstroom in het hart te meten. Een radioactieve tracer (rubidium-82 of ammoniak-13) wordt in uw bloedbaan geïnjecteerd en wordt door het hart opgenomen. De PET-camera detecteert straling die door de tracer wordt afgegeven om de beelden te produceren.
ten tweede wordt een andere radioactieve tracer met glucose geïnjecteerd, fluorodeoxyglucose (FDG). Deze tracer wordt ook opgenomen door het hart. Een tweede scan wordt uitgevoerd om aan te tonen welke delen van uw hart mogelijk beschadigd zijn. De resulterende beelden laten zien hoe de verschillende delen van je hart glucose gebruiken—een suiker die alle cellen in het lichaam gebruiken voor energie. Cellen die zijn beschadigd of gedood door een hartziekte of een hartaanval gebruiken weinig of geen glucose. Gezonde cellen en cellen die herstellen van letsel gebruiken meer glucose.
de twee sets PET-beelden worden samen beoordeeld.