Potage

Potage heeft zijn oorsprong in de middeleeuwse keuken van Noord-Frankrijk en groeide in populariteit vanaf de Hoge Middeleeuwen. Een cursus in een middeleeuws feest begon vaak met een of twee potages, die zou worden gevolgd door geroosterd vlees.

Europese cottage tuinen bevatten vaak een verscheidenheid aan gewassen die samen werden geteeld. Deze werden door de Fransen potage gardens genoemd, omdat de oogst uit die tuin werd gebruikt om potage te maken.Het vroegst bekende kookhandschrift in de Engelse taal, The Forme of Cury, geschreven door de hofkoks van koning Richard II in 1390, bevat verschillende potagerecepten, waaronder een van kool, ham, uien en prei. Een iets later manuscript uit de jaren 1430 heet Potage Dyvers (“Diverse Potages”). Het woord “pottage” wordt gebruikt in de vroegste Engelse vertalingen van de Bijbel, in relatie tot de linzensoep waarvoor Esau zijn geboorterecht in Genesis 25:29-34 ruilt; uit dit verhaal, de uitdrukking “puinhoop van pottage” betekent iets aantrekkelijk, maar van weinig waarde wordt geruild voor iets veel belangrijker. Tijdens de Tudor-periode bestond een groot aantal Engelse boerendiëten bijna uitsluitend uit potage. Sommige mensen uit het Tudor-Tijdperk aten zelfgekweekte groenten zoals kool en wortelen en enkelen konden dit aanvullen uit fruittuinen met fruitbomen in de buurt.Sommige potages die typerend waren voor de middeleeuwse keuken waren frumenty, gelei (vlees of vis in aspic), mawmenny (een verdikte stoofpot van kapoen of soortgelijke gevogelte) en peren op siroop. Er waren ook vele soorten potages gemaakt van verdikte vloeistoffen (zoals melk en amandelmelk) met puree bloemen of puree of gezeefde vruchten.

volgens de Catalaanse religieuze gebruiken, als een fiesta doble (een “dubbel feest” in de kerk) op een vleesdag viel, werden twee opeenvolgende Potaje-gangen geserveerd, waarvan een met kaas bekroonde rijst of noedelschotel zou zijn, de andere een vleesstoofpot (Catalaans: guisado) gekookt in “salsa” gemaakt van wijn, azijn, peterselie, milt, lever, saffraan, eigeel en diverse specerijen. Twee Potaje gangen werden ook geserveerd voor visdagen, eerst hoge kwaliteit spinazie uit de Kloostertuinen bedekt met paprika ‘ s, of kool of sla (als spinazie niet kon worden gevonden), gevolgd door ofwel een kom van griesmeel of noedels of rijst gekookt in amandelmelk, of een graan kom van griesmeel grutten gekruid met kaneel.