President van Haïti
de kwalificaties voor het voorzitterschap worden gespecificeerd in de artikelen 136 tot en met 147, deel van Hoofdstuk III, afdeling B, van de grondwet van Haïti van 1987. De president heeft geen andere bevoegdheden dan die welke hem in de Grondwet zijn toegekend.
de Grondwet bepaalt dat de president zorgt voor: de eerbiediging en handhaving van de Grondwet en de stabiliteit van de instellingen; de regelmatige werking van de overheid; de continuïteit van de staat; en de onafhankelijkheid van de natie en de integriteit van haar grondgebied.
wanneer er een meerderheid in het Parlement is, moet de president een premier kiezen uit de meerderheidspartij; anders kiest hij er een na overleg met de twee kamers van het Parlement. In beide gevallen moet de keuze vervolgens door het Parlement worden bekrachtigd. De president beëindigt de taken van de Premier wanneer de regering ontslag neemt.De president verklaart de oorlog en onderhandelt en ondertekent vredesverdragen met de goedkeuring van de Nationale Vergadering, ondertekent alle internationale verdragen, verdragen en overeenkomsten en legt deze ter ratificatie voor aan de Nationale Vergadering. De voorzitter accrediteert ambassadeurs en speciale gezanten bij buitenlandse mogendheden, ontvangt accreditatiebrieven van ambassadeurs van buitenlandse mogendheden en geeft exequaturs om consuls te erkennen.Met goedkeuring van de Senaat benoemt de president de opperbevelhebber van de Haïtiaanse strijdkrachten, de Haïtiaanse politie, ambassadeurs en consuls in buitenlandse staten.
met goedkeuring van de Raad van Ministers benoemt de president van de Republiek de directeuren-generaal van het overheidsapparaat en de afgevaardigden en vice-afgevaardigden van de departementen en de arrondissementen. De president is ook het hoofd van de Haïtiaanse strijdkrachten.
de president ratificeert wetten en heeft het recht om te kiezen tussen het ratificeren van een wet of niet.
de president kan in alle zaken van kracht van gewijsde worden, met uitzondering van die welke door rechters van het Hooggerechtshof worden uitgevoerd. De president kan echter geen amnestie verlenen aan niet-politieke gevangenen.