Scincus scincus
de naam Algerijnse zandvis is ontstaan omdat hij door zand kon bewegen alsof hij zwom.Volwassen gewone huid bereikt meestal ongeveer 20 cm (8 inches) in lengte, met inbegrip van de korte staart.
de gewone skink heeft een eigenaardige verrassingswijze ontwikkeld om met de woestijnhitte om te gaan: hij kan in zacht zand duiken. Het doet dit om oververhitting te voorkomen (omdat het koudbloedig is) en wanneer het zich bedreigd voelt, vooral door zijn aartsvijand: de Duivelskop Saharaanse slang.
deze skink heeft een lange, wigvormige snuit met een verzonken onderkaak, in de vorm van een mand. Zijn compacte, taps toelopende lichaam is bedekt met gladde, glanzende schubben die olieachtig kunnen lijken voor het ongetrainde oog, en zijn benen zijn kort en stevig met lange, afgeplatte en omzoomde schepachtige voeten. De staart is kort, taps toelopend tot een fijn punt. De kleur van deze soort wordt als aantrekkelijk beschouwd, namelijk geel-karamel met bruin-zwarte kruisbanden. Deze hagedis heeft ook parelachtige ogen zodat hij ze kan sluiten om zand uit zijn ogen te houden. Ook zijn neusgaten zijn erg klein om al het zand uit zijn neus en longen te houden.Röntgenfoto ‘ s hebben aangetoond dat de hagedis in het zand zwemt door middel van een golvende gang met de ledematen tegen de zijkanten in plaats van de ledematen als peddels te gebruiken om zichzelf naar voren te stuwen. Latere studies van de wiskunde van zandvissen zandzwemmen, gebruikmakend van robotmodellen, en elektromyografie tonen aan dat de zandvis de optimale golfvorm gebruikt om door het zand te bewegen met minimale energetische kosten, gezien zijn anatomie.
om hun titel als “zandvis” verder te ondersteunen, zijn deze hagedissen in staat om te ademen, zelfs wanneer ze volledig ondergedompeld zijn in het woestijnzand. Ze ademen de kleine luchtzakken tussen zandkorrels in, en een speciaal gevormde luchtwegen vangt ingeademde deeltjes voordat ze de longen bereiken. Deze deeltjes worden dan verdreven via niezen.