Utilitarianism V. Deontology: a Philosophy for Copyright

Abstract

het anglosaxon copyright system is based on theories of utilitarianism, while the European system, general on deontology. Een reeks bijzondere eigenschappen helpen ons bij het identificeren van welke theorie een copyright systeem ondersteunt. Bijvoorbeeld, het beheer van de morele rechten van auteurs en makers toont dit verschil zeer welsprekend. In Europa, te beginnen met de Berner Conventie van 1886, genieten auteurs en makers een recht op vaderschap, een recht op eerste publicatie en een recht op integriteit van het werk; in de VS genieten voornamelijk beeldend kunstenaars een vergelijkbare bescherming, krachtens de Wet op de rechten van beeldend kunstenaars van 1990. In de afgelopen tien jaar heeft de Europese Unie een aantal auteursrechtrichtlijnen opgesteld die het Amerikaanse systeem veel meer benaderen dan in het verleden voor mogelijk werd gehouden. Terwijl de nationale wetgevingen inzake morele rechten intact blijven, neigen de richtlijn van 1991 inzake computerprogramma ‘ s, de Databankrichtlijn van 1996, de richtlijn van 2001 inzake de informatiemaatschappij van 2001 en de Volgrechtrichtlijn van 2001 sterk naar de economische grondgedachte van auteursrechten. Het werk probeert te laten zien hoe deze aanpak heeft plaatsgevonden, in een tijd waarin geen grote verandering in het filosofische denken over het auteursrecht in de Europese Unie duurzaam lijkt. Dit werk probeert ook te verklaren waarom de economische logica de deontologische logica in de EU lijkt te hebben vervangen, waarbij de nadruk wordt gelegd op de impact van lobbywerk door de auteursrechtenindustrie en druk van krachten buiten de Europese Unie. Het werk komt tenslotte tot een conclusie die gebaseerd is op de suprematie van de deontologische redenering achter het auteursrecht.