Warlord

Warlord, Chinese (Pinyin) junfa of (Wade-Giles romanization) chün-fa, onafhankelijke militaire commandant in China in het begin en midden van de 20e eeuw. Krijgsheren regeerden verschillende delen van het land na de dood van Yuan Shikai (1859-1916), die van 1912 tot 1916 de eerste president van de Republiek China was geweest. Yuan ‘ s macht was afkomstig van zijn positie als hoofd van het Beiyang leger, dat op dat moment de enige grote moderne militaire macht in China was. Zijn gedrag van de regering door te vertrouwen op militaire macht in plaats van parlementaire methoden maakte hem de “vader van de krijgsheren”; ten minste 10 van de belangrijkste krijgsheren die aan de macht kwamen in de jaren 1920 hadden oorspronkelijk gediend als officieren in zijn Beiyang leger. De andere krijgsheren bereikten de macht door steun te verlenen aan verschillende provinciale militaire belangen of buitenlandse mogendheden, met name Japan.Nieuwe facties en allianties zorgden er voortdurend voor dat geen enkele krijgsheer ooit machtig genoeg werd om de rest te vernietigen. Als gevolg hiervan waren weinig krijgsheren in staat om hun macht uit te breiden over meer dan een of twee provincies. Niettemin ontwikkelde zich na de dood van Yuan een grote kloof tussen krijgsheer groepen.Een groep, de Anhui (of Wan) kliek, werd opgericht door Duan Qirui, die diende als premier van de Republiek China vlak na de dood van Yuan en een poging om de voormalige Qing keizer Puyi in 1917 onderdrukt. Een tweede groep was de Zhili (of Zhi) kliek, die werd geleid door Feng Guozhang, Cao Kun, en, later, Wu Peifu, de laatste een traditioneel opgeleide voormalige Beiyang officier die probeerde om orde te vestigen in Centraal China. Een derde grote groep was de Fengtiaanse (of Feng) kliek, die werd gecontroleerd door Zhang Zuolin, een voormalige krijgsheer gevestigd in Mantsjoerije (nu in het noordoosten van China) die, met Japanse steun, kwam om de provincies van die regio te controleren. In de jaren 1920 vochten deze groepen voortdurend met elkaar voor de controle over meer grondgebied en voor meer invloedrijke regeringsposities.In het zuiden kreeg Sun Yat-sen, die een onafhankelijk revolutionair regime had ingesteld onder de controle van de Nationalistische Partij (Kwomintang), hulp van de kleine Chinese Communistische Partij en de Sovjet-Unie om het Republikeinse Leger op te bouwen, waardoor de nationalisten hun controle in het zuiden versterkten. Sun stierf in 1925, maar het volgende jaar trokken nationalistische troepen onder leiding van Chiang Kai-shek (Jiang Jieshi) noordwaarts en herenigden China in 1928, waarbij de afzonderlijke krijgsheer regimes werden afgeschaft. Chiang wist echter niet echt de krijgsheren uit te schakelen, maar nam door middel van allianties veel van hen in zijn leger op. Lokale krijgsheren bleven de facto macht uitoefenen over hun eigen domeinen en een factor in de Chinese politiek zijn tot de oprichting van de communistische regering in 1949.

krijg een Britannica Premium abonnement en krijg toegang tot exclusieve content. Nu Abonneren